molen1Werken in een ander land, leven in een ander land. Vaak wordt daar makkelijker over gedacht dan het in werkelijkheid is.

Misschien denkt u: “ik heb mijn Poolse contacten hier. Ik leef en functioneer in een kleine Poolse gemeenschap die mij verstaat, die mij begrijpt. Waarom zou ik dan een vreemde, moeilijke taal leren?” Het is een keuze.

Uw contacten met het land waar u zich gevestigd heeft, zullen als gevolg daarvan echter nooit intens worden of duiden op betrokkenheid. Zowel in de dagelijkse omgang op het werk als buiten het werk, dreigt daardoor isolement. Daardoor zal er geen sprake kunnen zijn van toenadering tussen u en de Nederlanders, dan wel de Belgen waarmee u ongetwijfeld te maken heeft.

Nederlanders en Belgen verwachten namelijk van u dat u investeert in hun taal om – zij het aanvankelijk erg moeizaam- uzelf uit te kunnen drukken in de landstaal. Het Nederlandse en Belgische middelbare onderwijs brengt kinderen altijd Engels, maar veelal ook Duits en, zeker in België, Frans bij om zich met behulp van deze vreemde talen in grote delen van de wereld verstaanbaar te kunnen maken. Men noemt die talen elementair en essentieel.

In Polen wordt de laatste jaren wel meer gericht taalonderwijs gegeven, maar Nederlands is wereldwijd een kleine taal die feitelijk heel weinig gesproken wordt. Verblijft u langer in Nederland dan wel België, dan is kennis van de taal echter noodzakelijk. U wilt uzelf immers verstaanbaar maken tegenover uw werkgever, of tegen de leraar van uw kinderen op school. U gaat naar de huisarts, het ziekenhuis.

Adviesbureau Infopol komt aan de behoefte van vele Polen tegemoet door cursussen Nederlands aan te bieden onder leiding van een gediplomeerd docent Nederlands die zich bovendien elementair kan uitdrukken in de Poolse taal. Verwacht u echter niet dat er tijdens de lesavonden veel en langdurig Pools gesproken wordt. Aangezien het een cursus Nederlands betreft, zal de docent nauwelijks in de Poolse taal contact met u zoeken.

Wat is nodig om de cursus te volgen? Daarover kunnen we kort zijn. De docent kan u geen Nederlands leren. Dat moet u zelf doen. Nederlands leert u dus zelf. De docent is uw helpende hand die u zowel bij het spreken, lezen als schrijven van de Nederlandse taal zal begeleiden. Bovendien zet hij een aantal zaken op papier, zodat u altijd terug kunt kijken naar de lesstof die behandeld is. Door een actieve houding, die ook bestaat uit het maken van huiswerk, kunt u het leerproces bevorderen.

Na verloop van tijd zal er binnen de groep een scheiding plaatsvinden tussen de studenten die in een hoog tempo Nederlands willen leren en zij die daar wat meer tijd nodig voor hebben. Afhankelijk van de belangstelling, wordt het door Infopol ook mogelijk gemaakt een snelcursus Nederlands te volgen. Deze is zeer intensief en zal mogelijk uit twee avonden per week bestaan.

Meer informatie wordt u verstrekt door Adviesbureau Infopol.

Malgorzata Lukasik
tel: 0031630384591
E-mail: lukasik@info-pol.eu
www.info-pol.eu